Leidse Universiteitsbibliotheek in 1610
|
|
plaatsing van de boeken
|
|
ACADEMIEBIBLIOTHEEK > 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 |
De inrichting van de bibliotheek Van het interieur van de bibliotheek in het Broerklooster bestaat geen afbeelding of beschrijving. Om toch een idee te krijgen van hoe het er kan hebben uit gezien wordt vaak verwezen naar de beroemde gravure van Willem van Swanenburg van het interieur van de Leidse Universiteitsbibliotheek in 1610. Deze afbeelding is echter geen getrouwe weergave van de Leidse situatie in die tijd. Kasten Op de Leidse gravure staan de boeken in kasten, zogenaamde ‘pulpita’, die ook als leestafel fungeerden. De breedte van dergelijke kasten in Groningen is gereconstrueerd aan de hand van de breedte van de boeken die volgens de plaatsingsnummers in de catalogus bij elkaar op een plank stonden. Aan de hand daarvan komt men op een totale lengte aan boeken per kast van 2-2,10 m. Gelet op het gewicht van de boeken zullen die over twee planken zijn verdeeld. De afstand tussen de planken moet minstens 45 cm geweest zijn vanwege het folio-formaat van de boeken, de diepte minstens 30 cm. De oude kloostergang waarin de bibliotheek was opgesteld, was een lange smalle ruimte, 30 m lang en 3,90 m breed. De boeken waren aanvankelijk verdeeld over acht kasten, die waren waarschijnlijk in de breedte opgesteld tussen de ramen. Kettingen en klampen Net als in de meeste contemporaine institutionele
bibliotheken waren de boeken in Groningen met kettingen aan de kasten
bevestigd. Sporen van kettingklampen, zoals spijkergaatjes en indrukken
van metalen plaatjes, zijn nog op veel boeken zichtbaar. De boeken moesten
dus ter plekke geraadpleegd worden. Net als in de Leidse bibliotheek
(anders dan op de gravure staat afgebeeld), stonden de boeken in Groningen
met de rug naar voren ondersteboven
op de plank. Om te worden geraadpleegd moesten ze naar voren worden
gekanteld en op de lessenaar daaronder worden geopend. Aankleding Behalve dat in 1631 door de Staten is goedgekeurd dat er een tafel, een bank en twee ‘pulmts’ – dat zijn wellicht pulpita – voor de bibliotheek werden gemaakt, is er weinig bekend over de inrichting. In 1668 schonk de Raad van de Stad de bibliotheek behalve enkele boeken ook een hemel- en een aardglobe. Wetenschappelijke instrumenten, globes en portretten behoorden tot de gebruikelijke aankleding van een bibliotheek. Net als in andere academiebibliotheken werden in Groningen de meest kostbare boeken in een aparte kast (lat. scrinium) bewaard: uit de catalogus van 1669 blijkt dat de perkamenten handschriften en de collectie Christmann - de arabische handschriften - ’in scrinio’ waren opgeborgen. |